Als WZC De Foyer staan we voor een kwaliteitsvolle zorg. We vinden het belangrijk dat de autonomie en de keuzevrijheid gerespecteerd wordt en de bewoner centraal staat. We vinden het belangrijk dat we vertellen wat we doen en doen wat we vertellen. Om deze waarden te garanderen gaan we inzetten op verschillende factoren.
Er is gekozen om te werken met huis overschrijdende werkgroepen. In de werkgroep wondzorg zetelt er een vertegenwoordiger van elke organisatie. Elke organisatie streeft ernaar om een referentiepersoon wondzorg af te vaardigen. Deze persoon fungeert als aanspreekpunt binnen de organisatie en binnen de werkgroep.
Om kwaliteitsvolle zorg te verlenen vinden we samenwerking met een multidisciplinair team onontbeerlijk. Deze samenwerking dient te leiden tot een interdisciplinaire en transdisciplinaire benadering van elke bewoner. Elke discipline bekijkt de bewoner vanuit zijn discipline en bundelt dit in het elektronisch zorgdossier en de BelRai screeningstool van de overheid. Deze screeningstool wordt jaarlijks en bij een kantelmoment ingevuld door elke discipline. In deze screening is er ook een risicobepaling naar decubitus opgenomen. Deze resultaten worden dan besproken in het multidisciplinair overleg van de bewoner en hierop wordt het individueel zorgplan aangepast. Daarnaast is er een nauwe samenwerking met ziekenhuizen, leveranciers wondzorg- en antidecubitusmateriaal. Deze externe actoren worden ook mee ingezet om de jaarlijkse opleidingen te voorzien voor alle medewerkers. Door de nauwe samenwerking is er dus ook altijd de mogelijkheid om advies op maat te vragen aan de wondzorgspecialisten.
In het WZC de Foyer wordt er gewerkt met een elektronisch zorgdossier waar een wondzorgmodule is opgenomen. Er is de mogelijkheid om de wonde te registreren, te categoriseren en op te volgen. Indien een bewoner een wondzorg heeft, wordt dit opgenomen in het persoonlijk zorgplan van de bewoner. Er wordt verwacht dat er dagelijks een observatie geregistreerd wordt door de verpleegkundige die de wondzorg uitvoert. Er is ook een mogelijkheid om een foto toe te voegen om een nauwere opvolging mogelijk te maken en om deze eventueel te delen met de behandelend huisarts of wondzorgspecialist zodat de behandeling kan bijgestuurd worden.
Preventie is heel belangrijk en is een opdracht van iedereen. Dit doen we door alle medewerkers te betrekken en op te leiden, te informeren over de risicofactoren, de verschillende categorieën en de impact van de voedingstoestand op het voorkomen van decubitus. Doorligwonden voorkomen, kan op twee manieren, met name via primaire en secundaire preventie:
- Primaire preventie betekent het voorkomen van doorligwonden bij mensen met een verhoogd risico, maar die er nog nooit hebben gehad. Dit is dan vooral belangrijk in geval van een ziekenhuisopname.
- Secundaire preventie gebeurt bij mensen die al doorligwonden hebben (gehad). Zij lopen extra risico op nieuwe letsels of op toename van het bestaande letsel. In dat geval voorkomen we herval of verergering.
Een adequate behandeling dringt zich op wanneer er toch een drukletsel aanwezig is.
De opvolging van de jaarlijkse kwaliteitsindicator decubitus zal als indicator fungeren om te evalueren hoe we presteren op dit beleidsdomein.